zaterdag 26 juli 2008

top Fuji

Donderdagavond 22:45. We (Toon, Benny, Ann-Sofie) staan klaar aan het 5de station van de Fuji. Tot hier kan je met de auto rijden. 2400 meter boven de zeespiegel. Het is donker.

We staan klaar om de Fuji (3776 meter) te beklimmen. We hebben alles bij: proviand, water, wandelstok, zaklamp, warme kleren, regenjas, fototoestel…

Verschillende Japanse legerpatrouilles zijn zich aan het opwarmen om hetzelfde te ondernemen. Perfecte training volgens hen. Gezwind vertrokken. Veel te warm aangekleed. Even stoppen om wat kleren uit te doen. Ondertussen Benny en Ann-Sofie opgewacht die het iets rustiger aandoen. Vrij vlug aan station 6 aangekomen. Vanaf nu begint het echt. Meer rotsen en minder pad. Hier en daar een legerpatrouille ingehaald die rusten in de kant. Vriendelijke jongens. Zeggen keurig goeienavond. Af en toe zelf even rusten. Heel alleen op de flank van de berg. Prachtige vergezichten over wolkenvelden. Ongeloofelijk mooi. Dan weer verder, keer op keer. Eindelijk station 7 in zicht. Begint kouder te worden. Was van plan om daar te wachten op Benny en Ann-Sofie. Te koud om lang stil te staan. Dan maar verdergaan. De lucht wordt ijler, de benen vermoeider, de tocht zwaarder. Af en toe iets eten. Veel drinken, niet te veel ineens. Veel kleine, korte rustpauzes om even bij te komen. De beklimming van de Fuji is constant. Altijd gestaag omhoog, geen recuperatie. Redelijk veel volk op station 8. Stil zien want er slapen mensen. Even naar de toilet en weer verder. Het wordt frisser. De wind waait soms heel hard en is het volgend moment weer weg. Ik merk dat ik vaker moet stoppen om bij te komen. Zit er op een bepaald moment een beetje door. Tot ik plots iemand bergaf zie komen. Ik vraag in het Japans of het goed gaat. Ja, zegt hij en hij valt voor mijn voeten op de grond. In het engels legt hij me uit dat hij last heeft van hoogteziekte. De eigenaar van station 9 adviseerde hem om terug te keren. Eten of drinken wil hij niet. Een korte babbel op de berg wel. Hij heeft nog veel kansen om de Fuji te beklimmen zegt hij. Ik niet, zeg ik, ik moet vandaag naar de top anders komt het er nooit meer van. En ik ga verder.

Op station 9 even uitblazen. Blij als een kind met een gekregen zakdoekje om mijn neus te snuiten. Vanaf hier wordt het weer slechter. We zitten in een wolk. Alles is vochtig. Ik trek mijn regenjas aan en trek verder. Het wordt nu heel zwaar. De uitputting en de ijle lucht begint zijn tol te eisen. Ik klim kleine stukjes en neem dan korte pauzes. Gestaag ga ik verder. Het is niet ver meer, spreek ik mezelf moed in. Ik heb het koud, het begint harder te regenen. Vergelijkbaar met een frisse douche, maar dan horizontaal. Ik trek het me niet aan. Ik ga naar de top. Ik wil aankomen voor zonsopgang. Ook niet te vroeg want het is daar koud. Ik zit perfect op schema. Laatste station. Even rusten en dan klaar voor het laatste stuk. Nog 35 minuten staat er aangegeven. Ik doe er nu langer over. Ik kom niet meer zo snel vooruit. 5 passen zetten en even rusten. De kou en de regen zijn vervelend. Het kan me niet meer schelen. Ik ga naar boven. De lucht wordt lichter, de ochtend is in aantocht. Telefoon. Ann-Sofie belt. Zij en Benny zijn ergens tussen station 8 en station 9 en onderweg naar beneden. Te koud. Geniet van de top zegt ze. Tot beneden zeg ik. Het laatste stukje. Ik ben een slak. Traag maar zeker.

En dan ben ik boven. Volledig uitgeput en onderkoeld. Ik kan niet meer zo goed denken. Nog 10 minuten voor zonsopgang. Perfect op tijd om een plekje te zoeken. De hemel, zonet nog in wolken gehuld trekt open. Klaar om het schouwspel van kleuren van de zonsopgang te laten zien aan ons. Wat een beloning. Prachtig. Adembenemend. Ik geniet ervan maar ik bibber van de kou. Net na zonsopgang trekt de hemel weer dicht.

Ik ga binnen in een barakske. Het is even koud als buiten, maar er is geen regen of wind. Ik bestel een warme thee met melk. Vooral mijn handen hebben heel koud. Ik warm ze aan mijn bekertje thee. Ik haal een samosa uit mijn rugzak die ik de vorige dag bij de Indier niet opkreeg. Na een half uurtje en nog een thee begin ik terug een beetje energie te voelen. Ik ga weer buiten op zoek naar het allerhoogste punt. Gevonden, prachtig uitzicht over een wolkendek. Ik voel me op het topke van de wereld. Klopt niet, denk ik, maar toch op het topke van Japan. Ook niet slecht.

Ik ben nog steeds erg vermoeid maar besluit toch de wandeling van ongeveer een uur rond de krater van de Fuji aan te vatten. Ik neem een steen mee als aandenken. In een tempel laat ik mijn wandelstok graveren. Wanneer ik terug ben aan het punt waar ik boven ben gekomen barst ik opeens terug van energie. Ik voel me kiplekker. Het zonnetje schijnt. Ik voel een mix van euforie en adrenaline door mijn aderen stroom. Benny belt dat ze terug beneden zijn. Ik kom er ook aan zeg ik. Ik maak je wel wakker.

De afdaling in hoog tempo afgelegd. Soms joggend, soms springend van steen op rots, soms stukjes laten schuiven als een snowboarder. Na een uur en 3 kwartier sta ik terug aan mijn auto. Ik ben nog steeds fris.

Benny en Ann-Sofie nog even laten slapen. Eerst opfrissen. Tandjes poetsen, haren onder de kraan, goed gewassen met zeep. Frisse kleren voelen fantastisch. Benny en Ann-Sofie wakker gemaakt. Door de wolken naar beneden gereden op zoek naar vrouw en kind. Zij lekker geslapen op hotel. Veel verhalen verteld…

Ik ben heel blij dat ik dit gedaan heb. Het was zwaar maar elke meter was de moeite.

zaterdag 19 juli 2008

Race-Ninja

Dit weekend stond er een trip met collega`s van Toyota Boshoku op het programma. Als eerste zijn we naar Suzuka geweest. Mensen die Formule 1 een beetje volgen weten dat daar vroeger de Japanse grote prijs werd gereden. Sinds dit jaar wordt de Japanse GP echter op een circuit bij de Fuji gereden. De schuld van Toyota. Suzuka is het circuit van Honda. Dat aan de Fuji is van Toyota. Toyota heeft meer geld dus daarom zijn ze verhuisd.
Rond het circuit is een pretpark gemaakt: Mobility land! Alles in het teken van voertuigen dus. Gezien Jonathan zijn grote interesse in alles met 1 of meer wielen een goede keuze. In de voormiddag met hem een paar attracties gedaan: de putti parade om te beginnen. Dan nog in kleine en grotere autootjes en een soort van vliegend schip. Allemaal wel leuk maar niet zo snel. Net voor de lunch nog een voorstelling van Asimo gezien. Asimo is de robot die Honda heeft ontwikkeld. De robot die het meest in de buurt komt van menselijke bewegingen. Indrukwekkend om te zien. Hij heeft iets aandoenlijks. Jonathan was ook enorm onder de indruk.
Na de middag was het meer voor de groten. Eerst onnozel doen op het drift-circuitje. In kleine kartjes zo hard mogelijk slippen in de bochtjes. En een beetje botsen ook natuurlijk. Echt keitof. Goed geamuseerd. De grote jongens waren plots weer kleine kindjes. Na dit proevertje tijd voor het serieuzere werk. Karten geblazen. Tof circuitje, redelijke karts. Voor Carmen, Benny en Bart de eerste ervaring. Was wel kicken. Alleen mijn tijden waren niet zo schitterend want elk rondje 1 keer zwaar geslipt. Te rap willen zijn.
Na een klein uurtje rijden aangekomen aan de ryokan (Japanse herberg). Prachtig gelegen tussen de heuvels en de rijstvelden. Mooie tatamikamers met zachte futons. En de badkamer was helemaal sprookjesachtig. Een stenen bad in een grot. Ook het restaurant was in een grot. Langs een vochtige trap naar beneden en dan aan tafel in onze eigen grot. Echt super. De Japanse sake was ook super…
De volgende dag stond in het teken van de Ninja. Ninja`s waren een soort van spionnen. Ze werkten in dienst van de Samoerai. Hun voornaamste taak bestond eruit om informatie in te winnen bij de vijand en die door te spelen naar hun broodheer. Ze sluipen en klimmen stil. Verstoppen zich in donkere hoekjes en als het moet maken ze iemand een kopke kleiner, meestal ook stil.
In het Ninja museum lieten ze ons verborge hoekjes zien waar men zich kon verstoppen. Ook verschillende wapens en manieren om stil te communiceren werden uitgelegd. Met als deze informatie helemaal klaar voor de Ninja-show. 2 Ninja`s, ne grote en ne kleine, laten de verschillende gevechtstechnieken zien. Uiteindelijk legt de kleine altijd het loodje met dramatische muziek erbij. Allemaal heel indrukwekken. Die mannen hebben een enorme
kracht en beheersing van hun lichaam.
Onze laatste stop was een wandeling langs de watervallen van Akame. De toeristische gids vertelde ons dat de Ninja`s vroeger in dit gebied kwamen trainen. Dat sloot dus mooi aan bij onze vorige ettape. De watervallen waren echt heel mooi. Veel groen, frisse lucht. Het was al heel het weekend heel heet (rond de 35) dus die frisse lucht was wel aangenaam. Zeker omdat Jonathan een beetje moe was en ik hem dus alle trappen omhoog moest dragen. Zijn constante commentaar van boven mijn hoofd was als tegenprestatie wel heel aangenaam en grappig. Het was zwaar maar een goede voorbereiding op de beklimming van de berg Fuji die we binnenkort willen ondernemen. Alles bij elkaar was het echt een heel plezant weekend. Veel gezien, veel gelachen, veel gezweet… Wat wil een mens nog meer?

vrijdag 4 juli 2008

kortfilmpje

Afgelopen maandag ben ik met zoon lief de vriendin van Benny gaan halen op de vlieghaven. Mijn viel het meteen op dat er aan de tol veel politie was. Aangekomen op de vlieghaven checken we of het vliegtuig op schema zit. Nog tien minuten. Tijd om nog even de vliegtuigen te bewonderen op het dakterras. Er land een vliegtuig, we wuiven hartelijk. Daar is ze! Vlug naar beneden en nog een knabbeltje voor op de bank.

Op de bank. Rechts tegen de muur zit er een man aan een tafeltje te internetten met rug naar ons gericht. Hij valt mij redelijk op. Stevig in het vel en meester van een een fantastische lange vlecht die op zijn rug prijkt. Ik kijk richting aankomsthal. De mensen stromen langzaam toe. En ook daar verschijnt er een karakteristiek figuur. Mmm, de vriend van de vlecht, pijns ik in mijn fantasie. Toevallig richt de man zijn hoofd en kijkt mijn richting uit. We maken een vluchtig oogcontact dat ik meteen verbreek. Mijn ogen houden even halt bij de geliefden die zich weer herenigd voelen. Schoon om te zien. Maar ook de grootouders die vol bewondering naar hun kleinkinderen kijken. De zakenman die een zakenhand geeft aan zijn zakenpartner. Het leven zoals het is! Puur in schoonheid. Ik hoor een luid gekuch. Ik kijk op en merk dat die gekarikatuurde man op het einde van onze bank zit? Vreemd denk ik. Wie zou hem komen halen? Of wacht eens even... hij hoort bij die vlecht! Misschien kennen ze elkaar niet en heeft hij zich blijkbaar kenbaar gemaakt door zijn kuch. Ik waan mij plots in 1 of andere actie-thriller. Hij klapt zijn valiesje, handbagage groot, open. Zit daar zo een ingebouwde laptop in en een telefoon met kruldraad prijkt aan de boven kant. Ik kan het niet laten en kijk toe hoe hij op een zeer behendigde manier op zijn toetsen toekt. Spannend lekker gluren! Even los ik mijn ooghoeken van de mysterieuze man en kijk naar de stroom die heviger wordt. Mijn oog zuigt zich weer vast aan het tafereel dat vlak naast mij afspeelt. Ja, ja! Die hebben een date. Plots neemt mijn fantasie een sprongetje. Stel dat die man op onze bank denkt dat ik... toch niet de contactpersoon ben de informant. Oeps. Ik draai mijn hoofd snel om en tuur naar de massa van mensen. En plots uit het niets kondigt een vrouwelijke politie agente in schoon uniform haar aan. Aan mij?

‘’Hallo’’, zegt ze tegen mij en ik knipper met mijn ogen. “Hallo?”, zeg ik. -“What are you doing here?” -“Euhm...waiting?” -“For a friend?” -“Yes for a friend.” Ze knikt bevestigend en blijft me aankijken. En omdat ik nog steeds zit, zakt zij een beetje door haar knieen met gestrekte rug? Begint ze in het Japans. “Wakarimasen” ,zeg ik. Ik begrijp u niet. Ik kijk even naar de hal die wordt overspoelt. Visa zegt ze. Ik kijk haar met gefronste wenkbrauwen aan en denk visa? Wat moet ze met mijn visa kaart en trouwens ik heb er geen denk ik geërgerd. Ik kijk weer op naar de hal. “Papers?” Ik geef haar al mijn paperassen. Een deel krijg ik meteen terug. De overige controleert ze nauwkeurig. “Uw pas is in orde”, deelt ze me mee. “Ja”, zeg ik, wat fijn. En kijk naar de massa. Ze haalt een notitieblokje te voorschijn en laat het mij al bladerend zien. Wat moet ik hier op zeggen denk ik. Het is allemaal in het Japans, handgeschreven. Ik begin erg geïrriteerd te geraken en er komen zoveel mensen toe die schots en scheef gaan staan, zodat ik een wirwar zie van mensen. Ik mis haar nog op deze manier denk ik en ik sta even recht om goed te kijken. “Your friend?” “No”, zeg ik wat bits en ga weer zitten. Na veel gehort en gestort legt ze uit dat ze mijn gegevens wil noteren. Ik schiet in de lach. Hoe belachelijk staat zij er nu in haar onhandige positie met knieen op half zes. En zie ik er nu uit als een crimineel? Ik heb toch mijn haren gekamt deze morgen? Ik grijns naar mijn zoon die rustig op zijn broodje kauwt. Goed, stem ik toe, noteert u maar. Opgelucht haalt ze adem en doet waarschijnlijk waar ze als kind heeft van gedroomd. Weer begint ze vragen te stellen. “Where do you live, what are you doing here, are you alone?” Ik moet eerlijk toegeven de situatie irriteerde mij letterlijk en ik had wat zin om vuur te spuwen maar omdat ze zo vriendelijk was en in zo een ongemakkelijke positie stond werkte ik goed mee. “My husband works for Toyota and we are here for 1 year and end of July we leave”. Eenmaal ze alles nauwkeurig had genoteerd knikt ze en geeft mijn visum terug, verdwijnt met knieën op half zes, achterwaarts. Ik draai me om naar mijn zoon en schud mijn hoofd en de man met ingebouwde aktentas heeft het hazenpad gekozen net zoals mijnheer vlecht. Quelle bizar! Ineens staan er twee security mannen achter mij. Ik weet niet goed wat ik moet denken maar mijn lichaam wordt gespannen. Ik bel mijn schatteke even op om mijn gemoedstoestand te situeren. Nadat ik opgehangen heb maken mijn hersenen plots een ziekelijke sprong. Stel dat ik een lookalike ben? Wie ben ik dan? Wat heb ik gedaan? Wat staat er mij zo te wachten. Ik begin een beetje te zweten en krijg een schokkend idee. Nog enkele seconden heb ik te gaan en dan stormen hier gebivakte mutskes binnen en roepen Japanse woorden en richten de lopers op mij. SLIK. En dan moet ik met mijn knieen op de grond gaan zitten en met mijn handen in de lucht gaan wakarimasenen. Hebben ze mijn telefoongesprek opgenomen en is de tolk van dienst aan het vertalen. Heb ik iets verkeerd gezegd. Mijn bloed begint te stollen. STOP roepen mijn hersenen. STOP! Ik beken, als mijn fantasie op hol slaagt neem ik de teugels en trek stevig aan het koord. Hooo.

Ik vlieg overeind. Daar is Ann-Sofie. Ik zwaai , graai mijn zoon mee en zeg verklutst: “Dag Ann-Sofie. En hoe was het bij de douane?” ( lees op Benny zijn blog) “Wel”, zucht ik, “wat ik net heb meegemaakt.” Angstig rondom kijkend of ze al binnenvallen. Rustig zegt er een stemmetje in mij. Je hebt gewoon te veel fantasie.

dinsdag 1 juli 2008

Matsumoto

Het prille verleden. Els, Sid en Ludo hadden al op eigen krachten hier in Japan wat rondgereisd voor ik hen weerzag. Zo hadden we na het afscheid van onze schone intense tiendaagse een week later weer afgesproken in Matsumoto. Ondertussen was ik vergezeld van Griet en onze schat van een zoon. Buiten aan de inkom van de Ryokan (Japanse herberg) hingen onze namen op. Welcome Mrs. Van Loock. We bezochten het kasteel van Matsumoto wat weer een schoon beeld gaf uit de hoogte.

Kamikochi-dal. Sla het op in uw hersenpan! Vol ongeloof stond ik daar temidden van een vet geverfd schilderij. De Japanse Alpen! Er is zoveel diepte aanwezig en verschillende perspectieven schreeuwen om gezien te worden. Dikke kladden verf hier en daar aangebracht in het beeld, zo fascinerend is het! En dan nog gezwegen van de beweging in het beeld. De rivier met haar prachtige ogen creeert haar eigen vrouwelijke vorm. Wulps speelt ze met haar weerkaatste glinsteringen. De hoogreikende bergtoppen nog steeds ondergedompeld in het schuim van goed opgeklopt wit. De natuur omgeven, wisselt af van decors. Niets is de maker hiervan ontgaan.
Helaas moest ik forfait geven voor de wandeling. Maar Sid en Griet hebben de tocht van een uur in het schilderij bewandeld. Aapjes zijn ze tegengekomen. En natuurlijk veel pracht. Als je met de verplichte taxi toekomt in het natuurdomijn kan je vroeger uitstappen en ook nog eens te voet wandelen naar het Kamikochi-dal. Een pad langs het water. Zeker de moeite zeiden Sid en Griet.

vrijdag 27 juni 2008

De Japanse boekentas

Onze Jonathan wordt in September 3 jaar. Dat wil zeggen dat hij dan naar de kleuterschool gaat. Hij staat er helemaal voor te springen. Elke dag komt de school ter sprake. Hij gaat met de bus naar eigen zeggen. En natuurlijk heeft hij dan ook een boekentas nodig.
Hier in Japan hebben de kindertjes allemaal dezelfde boekentas. Een beetje een ander model dan wij gewoon zijn. Dus hadden we het plan om voor Jonathan ook zo 1 te kopen. We hadden ze een tijd geleden in de grote supermarkt zien staan. Wij dus vorige week op stap. Geen boekentassen te vinden. Dan maar naar een andere winkel. Ook geen voorradig. Na een stuk of 6 winkels af geweest te zijn nog altijd niets te vinden. Raar.
Gelukkig kwamen we toen Goto san en zijn gezin tegen. Goto san is een collega van mij die ook in Belgie gewoond heeft. Hij vertelde ons dat dat type boekentas Randoseru heet. Na wat informeren van hem bleek dat deze boekentas een seizoensartikel is en enkel in april (begin Japans schooljaar) verkocht wordt. Op aanraden van hem hebben we dan op internet 1 besteld.
Deze morgen is hij dan toegekomen. Jonathan is helemaal in de wolken. Hij wou hem zelfs aanhouden in zijn bed om een dutje te gaan doen.
Nu is Jonathan helemaal klaar om naar school te gaan. Nog 2 maanden!

woensdag 25 juni 2008

boottochtje

Zaterdag was het zoals de meeste dagen fantastisch weer.

Een boottocht stond er op onze planning. Richting Inuyama. Een uur zouden we vertoeven op het water. Ticketje gekocht en gewacht tot de boot stipt opt uur vertrok. Ingestapt met nog wat Japanse toeristen. Toen we vertrokken cirkelde er al enkele roofvogels boven ons hoofd wat prachtig was om te zien! Zo dicht bij de natuur. Onze kinky bootchauffeur tovert een stukje brood tevoorschijn en houdt dat even boven zijn hoofd en smijt het de hemel tegemoet. Een roofvogel duikt naar het stuk ‘’prooi’’ met vooruitgestrekte poten. Echt knap om te zien. En weer een stukje brood werd er in de lucht gekatapulteerd. Zo zweefden en scheerde de roofvogels tot een bepaald punt boven onze hoofden.

Het landschap was adembenemend. Hoge bergen, dicht bebost. Afgewisseld door een rotsige omgeving met bloemekes begroeid. En hier en daar een stroomversnellingetje waar door de boot begon te kantelen van links naar rechts en de Japannerkes begonnen te gillen en onze zoon bleef voor hen een rots in de branding. Jonathan schrik? Ikke? Nee!

zaterdag 14 juni 2008

lang geleden

Waarom zo een lange stilte? Wel we hebben sinds Januari tot en met nu constant bezoek gehad. Eerst Marianne, dan Geraldine en de dag dat Geraldine vertrok waren Carmen haar ouders op bezoek en enkele dagen na hun vertrek waren er de ouders van Toon. Toen drie dagen stilte en dan arriveerde Sid en Els en Ludo. Onze laatste bezoekster was Griet en zij vertrok 10 juni. Nu beginnen we af te tellen naar 29 juli want dan stappen we op het vliegtuig richting huiswaarts met een fantastische lange reis achter de rug en schone herinneringen aan Japan.

Hieronder een bericht over het mooie en rustige Takayama...