










Door de eetkraampjes terug afgedaald. Auto gezocht en weer naar Nissin gereden. Als afsluiter van een leuke dag nog veel teveel gegeten in de chinees achter den hoek.
Ik dank u nogmaals en groet u tot ziens!
Carmen.
Zaterdag stond er voetbal op het program. En het was niet echt bij de deur. Redenen om pak zak en een beetje op het gemak te doen.
Moet ge weten dat ge hier tussen de 50 en 100 kilometer per uur mag rijden op de autosnelweg. Zoals gewoonlijk vertrokken we met de vaste kern: Bart, Benny en wij drietjes natuurlijk. Tien minuten later reden we achter onze vier Japanse voetbalfanaten.
Na een anderhalf uur rijden namen we de afslag P en parkeerden daar onze auto. Het is dus niet aan zo een wegrestaurant dat wij kennen in België maar het is net of ge in een pretpark terecht bent gekomen. Gezellige kraampjes, een koffiehuisje, bankjes, boompje en zelfs een hondje trapje oei. Ja, ja hier reist de keffer ook mee!
Sushi, groentjes en visjes met een frakje krokant, genaamd Tempura, behoorde tot onze tweede stop. Locatie: een overdekte vismarkt (niet stinkend naar vis). Het “restaurantje”zou je misschien op het eerste
zicht voorbij lopen omdat het wat verstopt ligt tussen de kraampjes vis, krab, inktvis, oesters, slakken, en ja zelfs klaargemaakte dolfijn en andere gefrituurde lekkernijen. We hebben een kleine vijfentwintig minuutjes moeten wachten voor we binnen konden. Niets in vergelijking met de wachtende rij aan de overkant. Ja, ja daar zal het eten wel lekkerder zijn, maar te kostbaar voor onze tijd.
Wandelen op een zwart strand! Wie zou zo iets kunnen verzinnen? Uitkijkend over de zee, dromend van een legende. Smijtend met steentjes in
een plas en stenen om het verst. Kindjes tekenend in het zand. Koppeltjes over elkander gebogen, vrienden staand of in het zand, spelend met de kinders. Maar nergens was de Mount Fuji de hoogste berg van Japan te bespeuren. Morgen zeiden we, nu naar ons hotel!
Een trendy inkom en een stijlvolle kamer. Op naar de voetbal! Ingecheckte mister Dohn!
Aangemoedigd door hun fans die sprongen uit volle borst. 0-3 verloren. Nee, nee het mocht weer niet baten. Onze Japanse vrienden uitgezwaaid, die reden naar huis. Wat een supporters!
Ja, daar is ie! De Mount Fuji! Trek een foto snel!
Van uit de auto kijken we naar de berg. Zoveel minuten later bochten en bochten naar boven. We rijden op de Mount Fuji met ons hoofd in de wolken! Koud is het als ge het raam open doet. Eenmaal door de wolken, parkeren we onze auto en gaan te voet naar boven. We kijken uit op een spierwit landschap van wolken onbegrensd. Ik begin te dromen. Eten klinkt er. Ja goed idee! Wat een lunch! Niet het eten maar gewoon het feit, we zitten wel op 2400 meter hoog in de open lucht op een bank aan een tafel, in de zon en dan nog eens met een uitzicht op een koninkrijk die bedekt is met een héél dik sneeuwwit tapijt.
Nog een Safari kunnen we mee pakken. Een schone afsluiter voor het weekend dacht ik. Maar Helaas. Van het moment dat we de oprit opreden, tot dat we het Safaripark buiten waren hebben we bumper aan bumper aangeschoven. Neem een drietal uur! Af en toe moesten we wel stoppen voor een leeuw of 1 of ander dier. Net of je in de file zit op de E19 (iets meer natuur) en ze roepen op de radio af: deuren en ramen dicht houden. Gevaarlijke dieren lopen hier rond.
Maar gelukkig konden we echt ons weekend afsluiten in een gezellig Italiaans restaurantje. Met de terugreis voor de deur.
Zo dat was het dan weer! Houd jullie goed en tot de volgende! Groetjes van ons drie.
Dit weekend was opt gemakske. Zaterdag niet zoveel gedaan, over het algemeen rustig thuisgezeten. Bart en Benny zijn zaterdagavond naar de voetbal geweest. En voor die ene keer da ik ni meeging hebben ze gewonnen. En dan nog met 5-0! Alle vijf botten ging den telefon.
Zondag eerst op zoek gegaan naar lekker brood. Het brood da je hier normaal vindt is niet echt lekker. Meestal wit brood dat niet lang genoeg gebakken is. Als je er op duwt is het plat. Uiteindelijk een goei bagetje gevonden in Toyota city.
In de namiddag hadden we het plan om eens naar de bergen te gaan. Geprobeerd om een plaats in te voeren in de GPS waar we al eens eerder geweest waren maar dat lukte ni. Dan maar lukraak op de kaart een plaats aangeduid waar we dachten dat het goed was. Na een uurtje rijden aangekomen op een small wegske dat overging in een wandelpad. Perfect. Bleek dat daar boven op de berg zelfs een tempel staat. Het wegske gevolgd dat almaar smaller werd. Soms was het zelfs nog amper te zien door de begroeiing. Wel een mooi bos. Veel geluiden van
krekels en vogeltjes. Boven aangekomen aan de tempel. Leek een beetje verlaten. Veel trappen en dan nog meer trappen brachten ons helemaal boven. Mooi uitzicht boven. Veel rust hier. Spijtig genoeg konden we niet binnen in de tempel maar door een klein raampje hebben we toch iets kunnen zien. Na nog wat groepsfotokes zijn we opt gemakske terug afgedaald en naar huis gereden. Deed deugd om nog eens in een bos te lopen.
Aangekomen op het vasteland zijn we een ander eilandje gaan bezichtigen. Dit eilandje is verbonden met het vasteland dankzij een lange rechte brug over het water.
Als je de brug
betreedt merk je al gauw dat de wind hier de baas is!
Zand of zout ketst tegen je benen. De wind begint te gieren in een crescendo dat je nog nooit hebt gehoord. Je haren wapperen, je kleren flapperen en als je denkt dat de wind zijn crescendo bereikt heeft, houdt hij deze krachtig aan. Door deze kracht ontstaan er trillingen in de buizen van de brug. Niet voelbaar
als schokken maar
hoorbaar als geluid. Wonngg wonngg wonngg gutst het. Uit het niets! Voor ons, opkomend geluid. Je kijkt rond, denkend een boot? Niets ziende en plots, aangeraakt door? Trillingen. Aah de buizen. De wind, de kracht . En dan is het stil.
Je kijkt tegen een berg van trappen. Links en rechts begeleidt door een strak opgetrokken strook vlag . En de vlaggen wapperen. De trappen draaien en dan kom je aan de Shintotempel. Shintoïsme is de Japanse versie van het Boeddhisme.
Een draak laat via zijn mond water vloeien in een soort brede pompsteen. Je wast daar je handen en wandelt dan het heiligdom binnen. Er heerst een rust die voelbaar is en zichtbaar voor het oog. Mooi; mooi, mooi. Net een verlaten dorp. En als je het pad afwandelt nader je het einde van het eilandje en de zo dicht door bomen overkoepelde tempel trekt open met zicht op zee. Je wandelt langs de rand van het eiland naar beneden en dag avontuur...